In 'De vijf rollen van de leraar' van Martie Slooter wordt er ook gesproken over het GUT-model. Dit model kun je als docent ook gebruiken om orde te houden. GUT staat voor Gevaar, Uitdaging en Thuis. Op het moment dat iemand de grenzen overtreedt bevind diegene zich in de gevarenzone. Het is voor de docent dus belangrijk om duidelijk de grenzen aan te geven. Ook zijn er regels die voor iedereen voor vanzelfsprekend zijn. Dit zijn regels waarbij iedereen zich 'thuis' voelt. Bijvoorbeeld: luisteren naar elkaar, jassen uit in de klas, geen voeten op tafel. Deze regels hoef je als docent niet uitgebreid te behandelen, maar laat wel merken dat deze regels er zijn. Dan heb je ook nog het stukje uitdaging in het GUT-model, wat betekend dat iedere leerling wel eens de uitdaging aangaat om de regels te overtreden. Als jij als docent het gedeelte 'thuis' en 'gevaar' goed duidelijk hebt, zijn er meestal geen problemen.

Ik heb in één klas een test gedaan met de Roos van Leary. De leerlingen hebben zelf een test ingevuld op www.testjegedrag.nl en de uitslagen naar mij door gemaild. Met deze uitslagen kan ik rekening houden met de verschillen tussen leerlingen. Ik kan bewust groepen maken als ik wil dat ze gaan samenwerken. Bij het bekijken van de uitslag van de test zag ik dat veel leerlingen bij 'samen - onder' zitten in de Roos van Leary. Deze leerlingen passen zich gemakkelijk aan aan anderen. Er waren ook een aantal leerlingen die boven in de Roos van Leary zitten en dus goed kunnen leiden in een groepsopdracht. Een leerling zat ook in het 'boven - tegen'. Dit betekend dat hij graag wil laten zien wat hij kan en niet goed is in samenwerken.